Wie ben ik?
Ik woon samen met mijn vader, moeder, broertje, zusje en onze geweldige hond, Tommie!
Mijn interesses zijn erg uitgebreid, van helikopters tot achtbanen, van computers tot film, en nog een groot aantal andere onderwerpen. Als ik moet kiezen voor het leukste vak op school twijfel ik tussen O&O, natuurkunde of informatica.
Als ik deze interesses bij een studiekeuzetest invul, samen met de vakken waar ik goed in ben, dan kom ik uit op werktuigbouwkunde, aerospace engineering of mechatronica. Werktuigbouwkunde is dus een goede keuze geweest.
Wat is Technasium?
Wat leren we bij O&O?
Bij O&O leren we, naast de informatie bij elk project nodig is, ook een aantal vaardigheden, zoals:- Individueel werken Individueel werken is een groot onderdeel bij O&O. Je kan natuurlijk niet tegelijkertijd aan hetzelfde onderdeel van het proces gaan werken. Soms lukt het oook niet om samen af te spreken als je iets in je eigen tijd moet afmaken, dan ga je zelf aan de slag, en dan is het natuurlijk niet de bedoeling dat je afgeleid raakt!
- Kennisgerichtheid Elk project is anders, met een andere opdracht. Voordat we als groepje een ontwerp kunnen maken moeten we eerst vooronderzoek doen, een Plan van Eisen en/of een Plan van Aanpak maken voor ons project. Tijdens deze vooronderzoeken leren we veel achtergrondinformatie over het project, en die informatie loopt alle kanten uit, naar onderdelen van de natuurkunde, biologie, IT en informatica, scheikunde, aardrijkskunde, soms zelf een beetje geschiedenis. Dit maakt het vak interessant voor alle kinderen, ook als ze niet iets technisch willen doen. Als leerling leer je dus veel tijdens een project, en je moet dus graag dingen willen weten en willen uitzoeken.
- Procesgericht werken Tijdens het project kunnen natuurlijk allerlei dingen gebeuren, die niet verwacht zijn. Dat is natuurlijk niet handig, dus kijk je van te voren al naar het project, hoe ga je onderdelen aanpakken, wat ga je doen als iets niet lukt, vraag je het meteen aan de docent, of ga je eerst binnen je groepje kijken, of met andere leerlingen?
- Doorzettingsvermogen Je hebt over het algemeen gezien acht weken voor een project. Dat zorgt er voor dat er een strakke planning nodig is. Als je dan een keer geen zin hebt om te werken, moet je wel doorgaan, anders haal je je deadlines niet... Ook als er in je groepje iets niet lekker loopt, is het nodig om verder te gaan, dus ruzies of onenigheden snel op lossen en door!
- Samenwerken Je leert hoe je kan samenwerken met vrienden, zonder te veel afgeleid te raken, maar ook met minder aardige mensen nog steeds goed te kunnen werken. Ook hier is het belangrijk voor de groepssfeer om conflicten snel te verhelpen.
- Productgerichtheid De opdrachtgever heeft een opdracht gegeven, daar moet je niet van afwijken. Daarom is er (vooral in de bovenbouw) vaak contact met de opdrachtgever met feedback over het huidige ontwerp, en of/hoe dat verbeterd kan worden. Dit gebeurt ook met de vooronderzoeken.
- Plannen en Organiseren De hele tijd wordt bijgehouden wie waaraan werkt, of het nog op de TO-DO lijst staat, word het gedaan (BUSY), TESTEN/BESPREKEN, en waar uiteindelijk alle onderdelen heen moeten: DONE Dit wordt gedaan via een zogeheten scrumposter, dit kost misschien iets meer tijd, maar het is heel overzichtelijk. Je kan in één oogopslag zien wat nog door wie gedaan moet worden, en hoeveel al gedaan is.
- Inventiviteit Een unieke oplossing verzinnen is ook onderdeel van het project, vaak in de vorm van een prototype of maquête/model. Hiervoor is inventiviteit erg belangrijk, omdat je natuurlijk niet een oplossing kan preseteren die al bestaat. Vaak ga je dus een bestaande oplossing verbeteren/veranderen of een nieuwe oplossing bedenken.
- Presenteren Aan het eind van het project ga je je eindproduct presenteren aan de klas en de opdrachtgever. Hierbij leg je uit hoe je tot dit eindontwerp bent gekomen en waarom je dit als eindproduct hebt gemaakt. Tijdens de presentatie zijn presenteervaardigheden erg belangrijk, je moet wel professioneel overkomen.
Hoe zien de schooljaren en de projecten er uit voor een Technsiumleerling?
In de onderbouw zijn er vier projecten per jaar, elk van 8 weken. Deze weken zijn opgedeeld in 4 fases/sprints. In de eerste sprint ga je je vooronderzoeken doen en beginnen met het maken van een PvE (Plan van Eisen) of een PvA (Plan van Aanpak). De volgende sprint is voor het ideeën en schetsen, en vaak nog je PvE/PvA afmaken. Dan ga je in de derde fase je eindproduct maken en verbeteren, en uiteindelijk in de vierde sprint moet je eindproduct af zijn, en dan maak en houd je ook je presentatie.Vanaf VWO 4 wordt het anders. Wij hebben maar 3 projecten gedaan in V4, onder andere doordat er weer een lockdown was, maar ook omdat we aan dit portfolio moesten werken. Deze projecten waren wel hetzelfde opgebouwd als de vorige jaren, met elk acht weken.
In VWO 5 verandert er veel. Je hebt maar twee projecten, die elk zijn opgedeeld in een voorbereidingsfase en een uitvoeringsfase. In de voorbereidingsfase zoek je je eigen opdrachtgever, en je zoekt een opdracht. in de uitvoeringsfase voer je, zoals gewoonlijk, de opdracht uit.
Uiteindelijk, in je examenjaar, VWO 6 heb je de meesterproef. Het cijfer voor dit project is ook meteen je SE-cijfer voor O&O, en de vooronderzoeken zijn je profielwerkstuk (PWS). Er is dus één project, met één opdrachtgever, en dus ook één project dat tot april/mei duurt (dan beginnen de examens al).
Mijn projecten
VWO 1
Ons allereerste project voor O&O, we moesten meteen aan de slag. De eerste opdrachtgever was onze rector, Meneer Nep. We moesten een stukje van een dominobaan bouwen, met twee natuurkundige principes. De projecten werden op Domino Day achter elkaar geplaatst met een paar dominostenen ertussen, en de klas waarvan de dominobaan zonder ook maar één fout van het begin naar het einde ging kreeg taart. Natuurlijk lukte dit niet, de rector heeft nog nooit taart uit hoeven delen. Hieronder staat een foto van mijn allereerste vooronderzoek. We wisten nog niet hoe we zoiets moesten maken, dus het is veel te kort en beknopt. Het vooronderzoek ging over de verschillende natuurkundige principes.
Ook deze opdrachtgever was dicht bij school, namelijk iemand [naam] die werkzaam was bij De Gelderse Vallei, het ziekenuis in Ede. Als kinderen diabetes gediagnoseerd(?) krijgen, is het vaak voor hen moeilijk om uit te leggen aan familieleden wat dit inhoud. Aan ons de taak om een spel te ontwerpen dat kinderen met hun familie en vrienden kan spelen om zo deze mensen uit te leggen wat diabetes is. Ons eindontwerp was een bordspel, met vier auto'tjes (?), en vragenkaarten voor als je op een vraag-vakje kwam. Wij moesten natuurlijk zelf wel eerst weten wat diabetes inhield, dus had onze O&O-docent aan onze biologiedocent gevraagd of zij dit kon uitleggen. Ik heb hierdoor echt geleerd wat diabetes is, hoe de suikerspiegel in het bloed geregeld wordt en het verschil tussen type 1 en type 2. [misschien foto van bord als ik die kan terugvinden]
Sealife Scheveningen merkte dat jongeren een steeds kleiner deel van hun bezoekers vormde, en dit wilde ze veranderen. Wij zijn met de drie technasiumklasses die er in de brugklas waren op excursie geweest naar Sealife Scheveningen, en hebben daar rond mogen kijken. Ieder groepje koos een ruimte om te verbeteren, door middel van een interactief onderdeel. Dit mocht iets zijn van een digitaal spel, een kaartspel, iets met VR of AR, als het maar interactief was en volgens ons meer jongeren aan zou trekken. Ik heb met mijn groepje één van de laatste ruimtes gekozen, het pinguinverblijf. Dit hebben wij omgevormd tot een nieuw verblijf, waarmee je balletjes door de mond van een nep-pinguin kon gooien. Als je dan de highscore van de dag verbreekt, is dat natuurlijk erg leuk. Uit ons vooronderazoek was gebleken dat jangeren competitie erg leuk vinden, dus was dit ons idee. Nu ik op dit project terugkijk, lijkt het me niet slim om jongeren balletjes te geven waarmee ze ook op levende pinguins zouden kunnen gooien...
Het bouwen van windmolens op zee is erg moeilijk. Op open zee zijn golven, en nog best wel grote ook. Om zo'n windmolen te bouwen moet de hijskraan-boot (ik noem het nu even zo) het stuk van de windmolen dat gebouwd wordt met omgekeerde beweging t.o.v. de golven laten zakken en ophijsen, terwijl de boot ook nog eens op dezelfde plek meot blijven. Wat nou als je die windmolens in de haven, zonder golven, op een drijvend platform kan bouwen, om ze daarna naar open zee te slepen. Dit maakt het bouwproces een stuk makkelijker en dus een stuk goedkoper. Wel moesten de windmolens tegen een stootje kunnen. Ze mogen natuurlijk niet omslaan... Aan het eind van het project, gingen we bij MARIN in Wageningen alle windmolens in een golvenbak (een soort golfslagbad voor het testen van boten) kijken hoe de windmolens het deden. Ik heb tijdens dit project voor het eerst een lijst gemaakt met To-Do, Busy en Done, wat ik later ook leerde gebruiken met scrum.
VWO 2
Dit keer konden we kiezen uit twee projecten. We hadden de mogelijkheid om een prject te doen met ArtCadia of om met een Microbit te werken/ Ik heb gekozen voor de Microbit. De opdracht was om iets alledaags in het leven makkelijker te maken. Met mijn groepje hebben we daarom een systeem gemaakt dat automatisch planten watergeeft als de grond te droog is. Dit zorgt ervoor dat planten langer leven, wat fijn is voor de eigenaar omdat deze niet telkens nieuwe planten hoeft te kopen. We hebben dit gemaakt met verschillende draden, elektrische componenten en de Microbit.
Sommige mensen hebben door een spierziekte moeite met verschillende dingen in het alledaagse leven. Aan ons de taak om een hulpmiddel te bedenken en maken om dit probleem op te lossen. Wij hebben voor mensen die niet zelf de deur open konden doen vanuit een rolstoel iets ontwikkeld om dit probleem op te lossen. Eerst hebben we gekeken naar wat precies het probleem was, en toen gingen we brainstormen over hoe we dit zouden kunnen oplossen. Het probleem was dat, bij een deur die vanzelf weer dichtgaat, mensen vanuit hun rolstoel niet de deurklink omlaag konden doen en de deur dan openhouden terwijl ze erdoorheen reden. Wij hebben dus als eindproduct een soort verlenging van de arm gemaakt, zodat de persoon de deur open kon doen vanuit de rolstoel, zonder telkens mee te hoeven rijden omdat je er anders niet bij kon.
De Tiny House Boat is precies wat het lijkt: een Tiny House en een woonboot gecombineerd. Voor ons ontwerp moesten we natuurlijk gaan kijken naar duurzame materialen, die niet te zwaar waren. Er was een maximaal vloeroppervlak van 40m2, en uiteraard moest het model getest worden op stabiliteit en drijfvermogen. Wij hebben gekeken naar verschillende vormen, en uitendelijk voor een vorm gekozen die ons stabiel leek. Deze vorm hebben wij daarna in een bak met water getest om te kijken hoe stabiel en wat het drijfvermogen was. Met behulp van verschillende moodboards en ontwerpen in floorplanner en The Sims 4 hebben we een maquette gebouwd.
Als kaas wordt gemaakt, ontstaat er een restproduct, wei. Rivella is een frisdrank die gedeeltelijk van wei wordt gemaakt. Omdat in wei nog veel vitamines en mineralen zitten, is Rivella de perfecte basis voor een drank die ouderen vitaal kan houden. Eers hebben we gekeken naar welke andere producten goede voedingsstoffen bevatten, en die we in de drank konden stoppen, zoals munt, basilicum, amandel en nog wat dingen. We hebben twee drankjes gemaakt, en deze uitgebreid getest.
VWO 3
Door middel van Citotoetsen kunnen allerlei soorten kennis gemeten worden, zoals rekenen, lezen of spelling. Met deze toetsen, kunnen helaas geen vaardigheden getoetst worden. Cito wilde graag een digitale escaperoom hebben om te meten hoe goed kinderen konden samenwerken. We hebben verschillende ideeën gehad over de puzzels, het systeem om de uiteindelijke score te beoordelen, het verhaal, en hoe we ervoor konden zorgen dat de escaperoom echt niet door één iemand opgelost kan worden. Omdat onze planning niet helemaal goed ging, hebben we niet de hele escaperoom kunnen maken, maar we hebben wel alle puzzels kunnen bedenken.
Wij moesten een leerzaam filmpje maken voor kinderen in groep 7 of 8 van de basisschool. Nadat we als thema 'elektromagnetisme' hadden gekozen, gingen we ons verdiepen in het onderwerp. Daarna hebben we bedacht hoe we dit onderwerp konden uitleggen. Ook gingen we bedenken hoe we een proefje konden doen, dat de kinderen thuis ook konden doen. We hebben ervoor gekozen om een simpele elektromagneet te maken, door een koperdraad om een spijker heen te wikkelen. Dit expiriment hebben we voorgedaan in de video, na de uitleg. Uiteindelijk hebben we de video gestuurd naar de opdrachtgever en de basisschool.
Onze school krijg een nieuw gebouw, beter zelfs, de mediatheek, de gymzalen en het technolab zijn al gesloopt, en er wordt hard gebouwd. Het nieuwe technolab krijgt allemaal nieuwe ruimtes die er eerst niet waren, en elk groepje kon een ruimte kiezen. Voorbeelden van de nieuwe ruimtes zijn de machinewerkplaats, de denktanks, de scrapheap en de studio. Wij hebben de studio opnieuw ontworpen. In deze studio staan een camera, een greenscreen, een neutrale achtergrond, een microfoon en geluidsisolatie. De moeilijkheid was om al deze voorwerpen in een kleine ruimte te passen, vooral de afstand tussen de camera, de persoon en de achtergrond moest niet te klein zijn. Ook moest de gehele kamer donker gemaakt kunnen worden, zodat je het licht precies kan controleren.
Voedselverspilling is een probleem in de regio van mijn school, we konden kiezen uit drie deelopdrachten, en onze deelopdracht was om een systeem te ontwerpen dat voedsel langer houdbaar maakt en dat beter werkte dan de standaard koelkast, en dat bruikbaar moest zijn in de keuken. Ons idee was om een soort vacuüm-pen te maken die al het water en zuurstof weghaalt uit een zak met eten, zodat er geen bacteriën in kunnen groeien. Als de bacteriën zich niet of moeilijker kunnen vermeerderen of het eten kunnen aantasten, dan bederft je eten veel minder snel. Als je dit combineert met de koelkast, wordt de houdbaarheid verlengd. Het prototype kregen we niet werkend, dus hebben we een 3D-model gemaakt van het eindproduct, en verteld hoe het werkt.
VWO 4
Bij het brouwen van bier ontstaat bierbostel, de schilletjes van de gerstkorrles nadat de kern, die voornamelijk bestaat uit zetmeel, is omgezet in suikers (die later weer alcohol worden). Dit restproduct wordt vaak aan de koeien gevoerd, deze vinden bierbostel namelijk erg lekker, en het is ook nog eens voedzaam. De eigenaar van de Stadsbrouwerij Wageningen wilde dat bierbostel niet meer alleen als koeienvoer gebruikt werd, maar ook als voedsel voor mensen. We kregen eerst een soort college over meel en bierbostel, maar ook over spaak, geur, zoet/suiker, en nog veel meer dingen. De expert die dit college gaf konden we tijdens het hele project benaderen voor vragen. Omdat in bierbostel best wel wat eiwit zit dachten wij dat we sportpindakaas konden maken. Sportpindakaas is een broodbeleg met extra eiwit dat je kan eten voor of na het sporten om je spieren te ondersteunen. We hebben ook zelf de pindakaas gemaakt, maar we hebben ook een paar keer de pinda's laten aanbranden...
Dit was een project dat voortkwam uit een project van een paar jaar geleden. De opdrachtgever wilde een apparaat dat brood kon smeren en met maar één hand bediend hoefde te worden. Op deze manier konden kinderen die maar één hand/arm konden gebruiken toch zelfstandig hun brood konden smeren. Aan het eindproduct heb ik niet bijgedragen omdat ik het grootste deel van het project, met uitzondering van de eerste weken, thuis was vanwege een zware hersenschudding.
De Pathé Ede heeft een probleem: Als kinderen met hun ouders al een half uur van te voren bij de film zijn, dat kunnen de kinderen spelen in de kidshoek, terwijl de ouders dan een kopje koffie drinken (extra omzet), en hetzelfde voor als kinderen nog even blijven spelen na de film. Maar de kidshoek is momenteel niet aantrekkelijk genoeg, en wordt dus niet gebruikt. Aan ons de taak om dit aan te passen met een nieuw ontwerp zodat de kidshoek weer gebruikt wordt. Wij hebben drie ontwerpen gemaakt bij verschillende prijsindicaties. In deze ontwerpen hebben we dingen verwerkt zoals een nieuw opslagkastje, een voetbaltafel, een omheinig om duidelijk te maken waar de Kidshoek begint en eindigt. Het lastigste aan de opdracht was dat het eindproduct makkelijk opruimbaar moest zijn, omdat er in de foyer ook zakenlunches worden gehouden.
VWO 5
Dit was het allereerste project waarbij we zelf een opdrachtgever moesten zoeken. We gingen eerst een verkenningsdocument maken, waarin voor elk groepslid werdt benoemd wat zijn/haar interesses zijn, mogelijke vervolgstudies en bedrijven die passen bij deze interesses en studies. Vervolgens hebben we van alle bedrijven de contactgegevens opgezocht, en een standaardmail opgesteld die we naar de bedrijven konden sturen. We kregen eerst een positieve reactie van de luchtmacht, maar na een paar mailtjes heen en weer bleek het toch geen mogelijkheid. Doordat het eerst leek alsof we een opdrachtgever hadden gevonden, hadden we niet verder gekeken. Hierdoor hadden wij pas laat, via een ander groepje, een opdrachtgever. Deze opdrachtgever was meneer Gunsing van GBMS (Gunsing en de Bruin Marine Systems). Zijn bedrijf heeft een stuk software gemaakt dat berekent of alle containers op een containerschip onder hoge mechanische stress staan, en of deze kapot zullen gaan. De crew wordt dan tijdig gewaarschuwd zodat het drama van de MSC Zoe niet opnieuw gebeurt. Helaas is er een probleem. De containers op een containerschip staan vaak niet op de juiste plek. Hierdoor is het niet mogelijk om te berkenen welke container mechanische druk ervaart, omdat de container erboven opeens een veel zwaardere container is die op een onjuiste plek staat. Hierdoor was het aan ons om een systeem te ontwikkelen dat containers en hun identificatienummer kon herkennen, om dan met relatieve plaatsbepaling te kijken of de container juist stond. Ons programma maakt een foto, deelt deze foto op in kleinere stukjes zodat elke container één stukje heeft. Hierdoor konden we de losse cijfers van het identificatienummer met een ander programma uit de afbeelding halen. Door dit identificatienummer te vegelijken met de containerplattegrond was te bepalen of de container op de juiste plek staat.
Bij dit project hadden we erg veel moeite met het vinden van een opdrachtgever. Na het maken van het verkenningsdocument bleek eigenlijk dat het niet uitmaakte wat voor opdracht we kregen, omdat het ons alle vier niet echt uitmaakte of de opdracht aansloot op onze interesses. Helaas bleek toch dat bij elk bedrijf en met bijna elke interesse er wel één iemand was zei: 'Nee, niet mijn ding.' Uiteindelijk hebben we van de weinige bedrijven die we gemaild hadden allemaal een negatief antwoord gekregen, dus hebben we via het netwerk van een groepsgenoot toch een opdracht gekregen. De opdracht leek een beetje op de opdracht van de Pathé. We moesten een ruimte in het kinderdagverblijf Jottum! opnieuw inrichten, zodat het voor de kinderen leerzamer was, met minder afleiding en meer zelfstandigheid. Het eindproduct is erg goed gelukt. We hebben (in een Floorplanner) verrijdbare schotten gemaakt die de ruimte opdelen in een speelhoek, opruimhoek, kookhoek, etc. Doordat deze schooten verplaatsbaar zijn, zijn ook de hoeken verplaatsbaar. Ook zitten onderaan de schotten kasten waar de kinderen zonder hulp bijkunnen. Dit vergroot hun zelfstandigheid. De opdrachtgevers waren heel enthousiast over de sfeer die we wisten te creëren en vonden onze ideeën heel creatief.
VWO 6
In Gelderland worden jaarlijks meer dan 10 miljoen mensen met de veerpont overgezet. De veerpont is dus onmisbaar voor Nederland. Omdat ponten de komende tijd niet zullen verdwijnen, moeten ook zij worden aangepast voor de toekomst. Om deze reden hebben wij van Maarten Prins de opdracht gekregen om een toekomstbestendige veerpont te ontwerpen. Wij hebben de veerpont opnieuw ingedeeld, waardoor de fietsers en wandelaars gescheiden van de auto’s de pont op en af kunnen. Ook is de pont van de toekomst onbemand, auto’s kopen een kaartje bij een slagboom alsof het een parkeergarage is en de boot vaart autonoom. Een groot aspect van toekomstbestendigheid is natuurlijk duurzaamheid en voortstuwing. De pont heeft een vloeibare magneetvoortstuwing. Die voortstuwing is veel minder dodelijk voor het waterleven dan een traditionele schroef.
Dit was het laatste project, ik ga hierna werktuigbouwkunde studeren. Ik kan de vaardigheden van O&O goed gebruiken bij deze studie en later in mijn carrière.
Competentieroos
Voor ons portfolio moest een competentiediagram gemaakt worden. Er was een heel lijstje met competenties, gesorteerd per categorie. Van elke categorie werd een gemiddelde gemaakt dat dan uiteindelijk in de competentieroos komt. De competentieroos hieronder is ingevuld door mij (Thomas) en mijn vader (Ouder).
Er is te zien dat ik mijzelf vaak iets hoger inschat dan mijn vader, maar dit is natuurlijk logisch. Als je jezelf gaat beoordelen en je zit te twijfelen tussen een 3 van de 5 en een 4 van de 5 dan geef je jezelf sneller een 4 dan een 3, terwijl anderen dit vaker andersom doen. Wat opvalt is dat mijn vader mij bij het individueel werken hoger inschat dan ik.
Hij ziet mij niet op school tijdens de les, dus hij weet minder goed of en hoevaak ik afgeleid ben tijdens mijn individuele werken. Ik ben het eens met zijn keuze voor presenteren, ik vind van mijzelf dat ik erg goed kan presenteren, ik doe vaak de introductie en de inhoudsopgave van de presentatie, omdat ik dat zonder veel moeite uit mijn hoofd op een leuke manier kan vertellen.
Onderstaande competentieroos laat de scores zien die een groepsgenoot (Thor Koning) en een andere leerling met O&O (Jochem Hoebe) aan mij geven.
Ik vind het opvallend dat Thor en Jochem mij allebei een 4/5 geven voor plannen en organiseren. Ik denk zelf dat ik hier nog veel bij kan leren, en het is ook een aandachtspunt voor mezelf tijdens de projecten.
Ik denk dat mijn score voor doorzettingsvermogen wel klopt. Ik wil graag iets afmaken als ik ergens mee begonnen ben.